U bent niet aangemeld.
Antwerps.be - alles over de Antwerpse taal
Aentwaerps
Nederlands
Menu
... of dubbelklik op eender welk Antwerps woord op deze site!
Antwerps Woordenboek
170 woorden beginnen met een P...
stamppot(?) - gerecht met gekookte groenten, bv. dikke groentesoep.(?) Vergelijk bagözze, stözze, occözze, etc voor de uitgang
- Ne nóen zonder petözzen is giêne nóen.
+ door Grytolle
1 kikker
- 'k em ne peut gezing in onzen of
2 stommerik
- diê peut kwam veul te rap trug uit 't pissein
3 schrik
- edde wer peut?
+ door Krommenaas
muggenzifter - iemand die op alles iets aan te merken heeft
- ne pezewever is alted mor on 't vitte
+ door Krommenaas
1 profiteur , bietser iemand die gaat vissen en bij anderen om pieren bedelt , of die bij anderen steeds bedelt om een sigaret maar nooit zelf een pakje op zak heeft.
- Seg {pierelitser}, morgen brengde gij de piere mee .
2 gierigaard : iemand die nooit een rondje geeft op cafe als het zijn beurt is,
- Toen Jef het cafe zwijmelend verliet maakte de cafebaas de opmerking : "Die pierelitser is vandaag zelfs nog ni binnegekome" waarmee hij aangaf dat hij wel stomdronken was maar geen enkele pint had hoeven betalen.
+ door derek
1 piemel
- 'k em een zweêr oep mijne piet
- zonder die twiê balle rokt ons pitshe ni mer stijf
2 geluk, meeval
- g'ed wer piet g'ad
+ door Krommenaas
haring - om een tentzeil in de grond te bevestigen
- da's nah alted as we gon campere da we de pikette vergete!
+ door Doederik
1 hand, vinger - meestal in de context van een waarschuwing of een verwijt
- verbraend oe pikkels ni on da' vuur eh!
- soems zit 'em meh' z'n pikkels on me wijf
2 poot - van een tafel of een stoel
- der is ne pikkel van m'nen beste stóel afgebroke
+ door Krommenaas
hinken, manken - bvb. wanneer één voet gekwetst is
- ik pikkel nör de keuken en ik zing rond
+ door Krommenaas
| ik pikkel | wij pikkele(n) |
gij pikkeld ↔ pikkeld(e) gij | golle pikkeld ↔ pikkeld(e) golle |
| ij pikkeld | zun pikkele(n) |
| ik pikkelde(n) | wij pikkelde(n) |
gij pikkelde(n) ↔ pikkelde(n) gij | golle pikkelde(n) ↔ pikkelde(n) golle |
| ij pikkelde(n) | zun pikkelde(n) |
1 batterij - Fr. pile < Lat. pila
- zij vergat de pille dus 't mashing ging ni in gaenk
2 pil
- pakt nog e pilleke
+ door Krommenaas
een fanatiek lid van de kerk; letterlijk: pilarenbijter
- ik zen wel geloêvig mor ik zen nah ni bepaald ne pilêrenbijter
+ door Krommenaas
1 knipperen - van een licht
- al de staere pinke
2 knipogen
- ze begost meh eur oêgske te pinke
- ze duiken achter ramen oep en pinken onverwacht
3 richtingaanwijzers gebruiken
- draaie zonder pinke da' vind 'em iêl plezaent
+ door Krommenaas
| ik pink | wij pinke(n) |
gij pinkt ↔ pinkt(e) gij | golle pinkt ↔ pinkt(e) golle |
| ij pinkt | zun pinke(n) |
| ik pinkte(n) | wij pinkte(n) |
gij pinkte(n) ↔ pinkte(n) gij | golle pinkte(n) ↔ pinkte(n) golle |
| ij pinkte(n) | zun pinkte(n) |
richtingaanwijzer, knipperlicht - syn. pinklicht
- vörwa' gebrökte gij oe pinkers ni?
+ door Krommenaas
1 dienstplichtige soldaat
- zönglief was piot in den troep en a lag in Dötsland
2 krentenkoek - soort lang broodje van krentenbrooddeeg, de gewonemensenversie van koffiekoeken
- ba de notaris ete ze 's zondags croissants en koffekoekke mor ba 't gewoên volk is 't pistolees en piottë
+ door derek
militaire politieagent - of bij uitbreiding rijkswachter of politieagent die militairen oppakte die in de uitgaansbuurten of in cafés waren blijven plakken en niet tijdig hun kazerne vervoegden
- as de miliciens oep de lappe gon, mutte z'oeppasse vör de piottepakkers
+ door derek
1 meisje of vrouw die dikwijls naar het toilet moet
- gij zeh persies wel een piskous eh?
2 algemene benaming voor een meisje
- un darde kindshen is gebore; 't is wer een piskous
+ door Krommenaas
rond broodje - Fr. pistolet (langwerpig broodje in het Nederlands)
- vör mij zes pistolekes en e groêt Fraens broêd
+ door Krommenaas
knijpen - in iemands huid
- a' ze stout is moette mor is in euren aerm pitse
+ door Krommenaas
| ik pits | wij pitse(n) |
gij pitst ↔ pitst(e) gij | golle pitst ↔ pitst(e) golle |
| ij pitst | zun pitse(n) |
| ik pitste(n) | wij pitste(n) |
gij pitste(n) ↔ pitste(n) gij | golle pitste(n) ↔ pitste(n) golle |
| ij pitste(n) | zun pitste(n) |
pla
, kouwe ~
koude schotel - typische ingrediënten zijn sla, aardappeltjes, zalm, asperges, hardgekookte eieren en tomaten.
- 'k maak van alles wa, b'alve kouwe pla
+ door Krommenaas
1 plaat
- dus nae nor den aendere kaent van 't plotshe
- mor wie verwacht ad da' ze nog e nief plötshe zou baiênzinge, diê komd bedrogen uit
2 röntgenfoto
- 'k moet morge nor 't gastuis oem plate te late make
+ door Krommenaas
1 plek
- ik verdedig m'n plak
- da 'k morge vol blau plakke ston dad is dan brutte pech
2 vlek
- der zit een vuil plak oep oe broek
+ door Krommenaas
1 iemand die altijd ergens blijft plakken, bvb. op café
- mijne vent is ne plakplöster, diên is noêt veur 8 ure thuis
2 wiens kledij vervuild is door vlekken gewoonlijk door het morsen van eten en drinken, maar ook door werk zoals een schilder of een bezetter
- die plakplöster eet al weken zijn kliéren niet gewasse
+ door Krommenaas
plankenvloer - (Fr.)
- 'k em al iêl den achternoeng de planché van de stad gon schure
+ door Krommenaas
Vragen? Kijk eerst in de uitleg bij het woordenboek
Suggesties of opmerkingen? Laat ze ons weten op het forum.